De afgelopen tien jaar zaten de bouw- en technieksector in hun ‘tropenjaren’. Aanhoudende groei zorgde voor een overvloed aan werk. Gouden tijden waarin alles in de lift zat. Toch kwam er in 2023 een omslagpunt. De piekende golf zwakte af. Hoogconjunctuur ging over in een dalende tendens. Aangejaagd door drie grote trends in de markt:
1. Schaarste aan grondstoffen en grond om op te bouwen
2. Explosieve prijsstijgingen (materiaal- en personeelskosten)
3. Afgeblazen of vertraagde (woning)bouwprojecten
De hausse is voorbij, maar dat betekent niet dat er sprake is van een pessimistisch vooruitzicht. We kunnen het misschien wel een positieve verandering noemen. Er komt namelijk weer meer lucht in de markt. Ruimte om het werk aan te kunnen. We gaan van een overspannen markt met veel druk naar een markt die weer wat bij zinnen komt. Een welkome verandering na een periode van op de tenen lopen.
De enige sector die een afwijkend beeld laat zien is de installatiesector. Van een terugloop is hier geen sprake. Zelfs de vooruitzichten zijn positief. Dat komt omdat de sector de pijler is onder alle grote transities. Ze spelen een sleutelrol in alle verduurzamingsprocessen. Een rol met veel kansen, maar tegelijk ook uitdagingen. Ze moeten het namelijk doen met een markt vol schaarste en onzekerheid. En daar lijkt maar één houding de juiste te zijn: meebewegen met de nieuwe tijden in de techniek. Openstaan voor verandering. Roeien met de riemen die je hebt. Niet meer en niet minder.